Roestvast staal
Zeker verbinden – corrosie vermijden
Het lassen van roestvast staal is een bijzondere uitdaging. Om zuivere naden en blijvend stabiele verbindingen met een minimaal risico op corrosie te creëren, is het van belang eerst het type roestvast staal nauwkeurig te bepalen. Aansluitend moeten de lasmethode en het lasproces hier precies op afgestemd worden. Voor het lassen wordt gewoonlijk gebruik gemaakt van de TIG-, MIG-, MAG- en MMA-lasprocessen.
Elk type roestvast staal is anders
Roestvast staal is een verzamelnaam waaronder bijzonder zuiver gelegeerd en ongelegeerd staal vallen. Vaak worden alleen roestvrije staalsoorten als roestvast staal aangeduid. Het legeringsgehalte van laaggelegeerd en hooggelegeerd roestvast staal is nauwkeurig bepaald. Deze worden onderverdeeld in austenitische Cr-Ni roestvaste staalsoorten en ferritische/corrosiebestendige chroomstaalsoorten. Om de respectieve eigenschappen na het lassen op betrouwbare wijze te behouden, moeten het lasproces en het toevoegmetaal die geschikt zijn voor het materiaal nauwkeurig worden gekozen en moet het lasproces (type + debiet gas, warmte-inbreng, afkoelfasen) dienovereenkomstig worden aangepast.
MIG-, MAG-, TIG-, MMA-lassen
Roestvast staal kan meestal goed worden gelast met het MIG/MAG-proces. Hooggelegeerde staalsoorten zijn zeer geschikt voor het MIG-proces. Bijzondere aandacht moet hier echter worden besteed aan de oxidelagen die als gevolg van het proces worden gevormd. Deze blijven op en naast de naad liggen en moeten volledig worden verwijderd om de corrosiebestendigheid van het materiaal te behouden. Bovendien moet bij het lassen van hooggelegeerd staal oververhitting koste wat kost worden vermeden.
TIG-lassen wordt gebruikt bij roestvast staal, vooral voor het lassen van grondlagen en pijpleidingen met een kleine diameter en dunne plaatdiktes. Austenitische staalsoorten zijn bijzonder geschikt voor TIG-lassen en geven goede lasresultaten. Vanwege de lage lassnelheid en de lage thermische geleidbaarheid van het materiaal moet echter voorzichtig te werk worden gegaan om oververhitting te voorkomen.